Onderweg, Oloran St. Marie – l’Hopital Sint Blaisse
Oloron-Sainte-Marie naar L’Hopital-Saint-Blaise
Langste etappe voor mij, 22 km
Op pad gaan in een ontluikende stad is erg leuk.
Ik had niet ontbeten, er was niks te eten op mandagmorgen.
De eerste opdracht was dus boodschappen doen.
Over ontbijt, koffie en lunchpauze wordt hieronder verteld, dat was deze dag heel goed geregeld. En dat terwijl het maandag was, de dag dat veel bakkers en restaurants hier gesloten zijn.
Oloron Saint Marie is een leuke plaats om doorheen te wandelen. Natuurlijk, er zijn armere en meer vervallen wijken, maar er is ook een deel dat er gelikt uitziet.
Ze hebben er zelfs een bejaardenhuis, voor mensen van de gouden leeftijd.
Dat leek me voor mij een beetje vroeg, ik heb nog niet de juiste indicatie, denk ik.
Ik ben ook nog kunst tegen gekomen, er stond geen uitleg of naam bij, dus ik neem maar aan dat hier Sint Jacob op de Franse haan op pad gaat.
De wandeling verder naar het eindpunt van de dag ging grotendeels door boerenland en boerendorpjes, heel leuk om te zien en weer eens wat anders dan de vervallen schoonheid van kleine Franse stadjes.
Het was de langste etappe die ik gelopen heb en de secretaresse van de burgemeester van l’Hopital Saint Blaisse stond me al op te wachten met de rekening voor één nacht verblijf in de gemeentelijke herberg. Ze wilde naar huis.
Ik kreeg de code van de toegang tot de herberg, kreeg uitleg over de werking en de regels en madame vertrok.
Ontbijten
Ontbijten in de kroeg
Door het weekend en de openingstijden van winkels en bakkers, stond ik op maandagmorgen zonder ontbijt op straat.
Daar moest wat op gevonden worden, meestal komen de ideeën al wandelend, dus ik ging welgemoed op pad.
Op de foto boven is het terras voor de bar nog leeg, maar toen ik er langs kwam was het een gezellige drukte, omdat ik al een klein half uur gelopen had was ik bereid genoegen te nemen met madeleintjes als ontbijt, dus ik naar binnen.
Koffie besteld en gevraagd of er iets te eten bij was. Dat was er dus niet, maar de barman stelde voor dat hij op mijn rugzak zou passen dan kon ik naar de bakker tien deuren verder. Als ik dan terug kwam met een sandwich zou hij verse koffie zetten.
Zo gezegd, zo gedaan. De bakker bleek een hele sortering verse stokbroden met allerlei lekkers erop te hebben. het stokbrood was ze vers dat het op je tong begon te smelten. Heerlijk.
Gelukkig had ik een tweede stokbrood gekocht en was ik voor de lunch ook onderdak. Zo was de week toch goed begonnen en kon ik goedgemutst op pad.
Meer koffie
Net toen ik, om half elf, zin kreeg in een kopje koffie met een versnapering kwam ik Moumour binnen. Ik dacht bij de kerk wel een bankje te vinden.
Dat was niet het geval, er stond een hele pelgrimssnoepwinkel. Broodjes, croissants, kuipjes yoghurt, kleine verpakking beleg etc. etc. De dorpswinkel was helemaal ingericht voor de bevoorrading van pelgrims en zwervers die langs zouden komen.
Buiten stond een tafeltje met een bankje, de koffie werd buiten geserveerd, croissantje uit de vitrine.
Ik moest op de foto en Marie wilde ook poseren met mij, Pierre nam de foto’s.
Na de koffie, een babbeltje en inkopen voor onderweg wilde ik afrekenen. De koffie met lekkers was gratis, dat kregen pelgrims van haar altijd zei ze.
Dus als je langskomt op de Chemin St. Jacques over de Voie Piémont Pyrénéen in Moumour, links net voorbij de kerk op 890 kilometer van Santiago wonnen Marie en haar Pierre met hun pelgrimswinkel.
Lunchpauze
Bij de bakker in Oloron Sainte Marie had ik een sandwich voor de lunch meegenomen, bij Marie een kuipje yoghurt en op het dorpsplein in Aren waren heerlijke bankjes in de schaduw.
Na het eten een dutje gedaan, weer wakker geworden van de hanen die kraaiden dat het tijd werd om verder te gaan.
Diner
Als je op pad bent en de juiste vragen stelt wordt er goed voor je gezorgd. Op zondag in Oloron was maar één restaurant open, in l”Hopital Saint Blaisse was maar één restaurant en dat was op maandag dicht. Dat was de dag dat ik daar had willen eten.
Maar de eigenaresse van het restaurant was een nichtje van de herbergierster in Oloron en zij had voor me mee gedacht.
Ze had, vanuit Oloron, haar nichtje gebeld en gevraagd voor mij een “tableau” te maken. Geen idee wat een tableau is, maar met vol vertrouwen dat het eetbaar was, heb ik niks gekocht voor het avondeten.
Het tableau bleek een dienblad met een schaal soep, een bord aardappels met groenten en een flinke schep Boeuf de Bourginion, lekkere Franse haché om het maar oneerbiedig te vertalen.
Dat eten kon ik klaar maken in de magnetron van de gemeentelijke herberg, ik had heerlijk te smullen en maakte een Frans echtpaar jaloers dat de GR 78 op de andere manier liep van west naar oost.
Praktische informatie
Accueil pour les pèlerins
Tegenover het gemeentehuis, naast het kerkhof, aanmelden in de kerk.
Deze verblijfplaats was weer een nieuwe ervaring. In l’Hopital Saint Blaise wonen ongeveer 80 mensen, dus als je een groot aantal voorzieningen in bedrijf wilt houden moet je creatief zijn.
In het dorp waren een prachtige oude kerk die veel bezocht werd, een pelgrimsherberg en een gemeentehuis.
Zoals elke Franse plaats was er ook een burgemeester, maar die was ook boer, dus die was elders bezig.
De dienst van de dag werd waargenomen door een jonge secretaresse, ze had haar bureau in de kerk, kon ze mooi daar kaartjes verkopen en informatie geven, ze kon de verblijfkosten voor de pelgrimsherberg innen en tussendoor werkte ze voor de gemeente.
Na betaling van mijn overnachting schreef ze een code en een wifi-code op een briefje en legde uit dat als ik in de herberg was, zich alles wel zou wijzen. Het was allemaal heel simpel.
Het was simpel, maar zeer doelmatig.
Bij de voordeur zat een slot met code. De deur sprong open na het intoetsen van de code en ik kon in de kleine maar kraakheldere herberg. Een slaapzaal met vier stapelbedden, een riante doucheruimte, een separate toilet, een woon/eetkamer met keukenblok voorzien van spoelbak, kookfornuis, koelkast en magnetron.
Buiten stond een automaat met drankjes en versnaperingen en omdat Fransen voor het ontbijt alleen snoepen was dat tevens de automaat voor het ontbijt, dat bestond dan wel uit cakejes en repen chocolade.
Simpel, maar doeltreffend en op een welkome afstand van de andere plaatsen met herbergen.
Contact: Gite de Pelerin
Le Bourg – 64130 Hopital Saint Blaise
Telefoon; +33 5 59660721.
Gemeentehuis l’Hopital Saint Blaise
Franse burgemeesters en Franse gemeentehuizen zijn meer van en voor de bevolking dan onze gemeentehuizen.
Als je geen onderdak hebt kun je er aankloppen en meestal helpen ze je verder.
Dat gebeurde ook toen Sonja weer in beeld kwam.
Op een gegeven moment, laat in de middag kwam een auto voorrijden bij de herberg en daar stapte de waard van de herberg in Oloron Saint Marie uit. Met veel egards werd daarna Sonja uit de auto geholpen.
Samen gingen de dames de herberg inspecteren en die werd afgekeurd. Sonja was te oud om in een stapelbed te slapen. Dat vond ik wel fijn, want dan moest er een andere oplossing komen en waren wij een stinkende medepelgrim kwijt, want ik had in de vorige herberg al gemerkt dat Sonja er wel uitzag als een engeltje, maar verder stonk als een oude bok. Duidelijk en gebrek aan zeep en water.
Er werd gebeld en in het Frans gekwebbeld op een niveau en tempo dat voor mij niet te volgen was.
De communicatie had tot gevolg dat na een kwartier de burgemeester kwam opdagen en het Gemeentehuis opende voor Sonja. Mevrouw sliep die nacht op stand in de raadszaal.
Sonja was op het volgende adres van haar zwerftocht aangeland.
Ik had de tijd die avond om met haar te praten maar het werd mij niet duidelijk wat voor plan ze had, waar ze vandaan kwam en waar ze naar toe wilde. Ze vertelde wel, ik weet niet of het waar was, dat ze al twee maanden onderweg was.
Er was ook een Frans echtpaar die nacht in de herberg en met hun heb ik besproken wat er met Sonja gebeurde. Dat werd nog best een moeilijk gesprek, want vragen en opmerkingen over de route en eten onderweg is iets heel anders dan spreken over dementie. Hier schoot mijn kennis van het Frans tekort.
.