Trein en rugzak

Onderweg, Arudy – Oloron St. Marie

Arudy naar Oloron-Sainte-Marie

20 km in de regen

‘s Morgens tijdens het ontbijt kwam de voorspelde regen, van stippelen, tot regenen werd het stortregenen. Uren en uren achter elkaar. Niemand op straat en de auto’s de langskwamen hadden er een fiks tempo in.

Omdat het in de heuvels glad was heb ik de kortste weg langs de doorgaande weg genomen, niet leuk, maar dat was het door de regen toch al niet.

Bij de eerste rust, in een oud en vervallen bushok met een nog goed dak heb ik me omgekleed, omdat ik doorweekt en koud was. Ondanks regenkleding wordt je nat als het maar hard genoeg regent en het warm genoeg is. Je weet op een gegeven moment niet meer of je nat bent van de regen, de condens in je kleding of van het zweet.

Na een paar uur doorduwen en opletten dat ik niet aangereden werd op de weg met bochten en slecht zicht van de regen kwam ik aan in Ogue les Bains. Volgens de kaart zou daar een station zijn, dat had ik bijna over het hoofd gezien, maar omdat een moeder haar dochter afzette, die ook met de trein mee wilde kwam ik goed terecht.

Met behulp van een Franse tiener heb ik trainapps geladen en ticket gekocht.

De vlucht uit Ogue

Praktische informatie

Gevlucht met de trein

Toen ik voor de tweede keer geheel nat dreigde te worden heb ik het paatselijke treinstaiton van Ogeu les Bains opgezocht.

Tenminste op de kaart stond een station. dat station bleek een groot model bushok met drie muren en een dak.
Toen ik de roestige rails bekeek had ik er niet zoveel vertrouwen in dat er nog een train zou komen.

Mijn telefoon en internet gaven uitkomst, er zou een trein komen. Maar waar koop je een kaartje?
Dat probleem werd opgelost door door een medepasagier, die door haar moeder werd afgezet en ook met de trein wilde reizen.

Samen met haar heb ik een app van de Franse Spoorwegen gedownload en een kaartje gekocht. Dat bespaarde me € 7,00, want een kaartje bij de conducteur kopen is duurder. Zwartrijden is geen optie, de boete is echt hoog.

Telefoon, internet, betalen

Tijdens dit avontuur heb ik maximaal gebruik gemaakt van mijn smartfoon, een One Plus One 6.
Het was mijn fototoestel, mijn gps en mijn verbinding met internet.
Nu telefoonbundels in heel Europa geldig zijn, had ik gezorgd voor een bundel met voldoende Mb’s om de vakantie door te komen, de kosten bij Simyo zijn daarvan niet zo hoog.

Toen ik op moest zoeken of er een trein kwam, toen ik een kaartje moest kopen, toen ik het kaartje moest betalen kon ik dat allemaal ter plaatse regelen met behulp van mijn Franse medepassagier.

Een dingetje was nog dat ik bij betalen de Rabo Scanner moest gebruiken, die zat onder in mijn rugzak, dat was balen. Maar ik had hem bij me, gelukkig. Ik moet eens nakijken of betalen niet minder omslachtig kan. Andere app waarschijnlijk.

Eten in het weekend

Sonja

Oloron Sainte-Marie, een etappeplaats op de wegen van Saint-Jacques de Compostelle, op het kruispunt van de Voie d’Arles GR653 en de Voie de Piémont GR78.
Er is een prachtige, nette en ruime auberge speciaal voor pelgrims.

Le Bastet – Accueil pélerin,
12 place de la Résistance, Oloron Sainte Marie
Telefoon +33644807096.

Voor het eerst ontmoette ik medewandelaars. Dat waren voor een deel sportieve Franse echtparen op de Voie d’Arles, voor een deel pelgrims onderweg naar Santiago. Zij wilden de Pyreneeën  oversteken via de pas van de Somport.

Tussen al die drukke gezelligheid ontmoette ik een vrouw van het type dat ik nog herken van mijn werk bij het bouwen van verzorgingshuizen.
Ik heb eens een demente vrouw galant de deur geopend omdat ze naar buiten wilde, later moest ik haar van de verpleging zelf gaan zoeken. Ze stond al bij de bushalte om naar huis te gaan.

Sonja had een vader die geboren was in Venlo, dus toen ze hoorde dat ik uit Holland kwam was ik meteen haar lieveling. Waarschijnlijk ook omdat ik meteen doorhad dat ze dement was. Dat hadden de andere mensen niet en die behandelden haar niet met de juiste egards, vandaar.

Sonja was ouder dan tachtig, met een lange jurk en een lange jas, doorzichtige huid een wollen mutsje, graatmager en glanzende, brandende kraaloogjes.
Ze hoefde eigenlijk alleen nog maar dood te gaan om een engeltje te worden.

En ze was ook op pelgrimsreis. Ze verbleef ook in de auberge en ging de volgende dag verder.
Daar zorgden de hospitaliers van de herberg steeds voor, ze brachten Sonja naar de volgende herberg en droegen haar over aan de zorgen van de volgende herbergier. Ik heb Sonja later op mijn route nog twee keer gezien, één keer heb ik haar geholpen met het koken van wortels, daar moest toch echt water op bij het koken. Later in Saint Plais heb ik haar naar het gemeentehuis gebracht.

Daar is ze waarschijnlijk verder geholpen, of naar huis gebracht en kwam er een eind aan haar pelgrimstocht.

Toch een heilige…

Doorgewinterde zwervers weten wel wat je op dat blauwe bankje doet. Juist, als je aankomt daar je schoenen uittrekken. En als laatste voor je vertrek, daar je schoenen weer aan doen.

Toen ik mijn schoenen daar weer aantrok had ik een speciale en ontroerende ontmoeting.

Daar ging het volgende aan vooraf;
De meeste Fransen waren sportief onderweg, met respect voor pelgrims en geloven, maar zelf niet gelovig of gelovig met de Franse slag, naar eigen inzicht dus.

Er was echter ook een Canadees echtpaar, mevrouw was wel aardig en maakte religieuze kunst. Meneer was van het type doordrammer en deed de marketing voor mevrouw onder het motto:  “Echt geloven doet religieuze kunst verkopen.”

Toen hij hoorde dat ik vanuit Lourdes was vertrokken en dat ik kaarsen had gebrand voor allerlei intenties zei hij op agressieve toon dat kaarsen branden allen maar zou helpen als je geloofde. Alle Fransen spitsten de oren, maar hielde zich op de vlakte, ik niet dus.

Ik heb de goede man uitgelegd dat ik door de jaren heen gezien heb dat veel mensen steun en hulp kregen van hun Mariadevotie, ik heb de man uitgelegd dat deze mensen lang niet allemaal gelovig katholiek zijn of waren, maar dat ik wel respect heb voor hun intentie en hun behoefte aan troost.

Toen ik vertelde dat ik op mijn Gouden Bruiloft naar Santiago ben gelopen en geen andere emotie voelde dan dankbaarheid over het feit dat we dat samen konden doen, was ik bijna een ketter.

Al die tijd zat tegenover mij een Frans echtpaar dat de discussie intens volgde, de vrouw keek haar man geregeld aan met een blik en knik van bewondering .

De volgende morgen op het blauwe bankje bleek dat die bewondering voor mij was. Madame kwam naar me toe, gaf me een hand en twee zoenen en zei dat ze me een “Saint” vond. Een heilige met zoveel levensvreugd en zolang al getrouwd en zo levenslustig onderweg en zo alert in de discussie over geloven.

Ik heb de complimenten blozend aanvaard en ben vergeten haar te vragen de heiligverklaring op schrift te zetten voor thuis. 

Dit rusthuis kwam voor mij te vroeg

Ik bevind mij onbetwistbaar in de groep met een “gouden leeftijd”, maar me terugtrekken ligt nog niet in mijn aard.