Abdij Mariënkroon

Abdij Mariënkroon

Vluchtelingen

Kasteel Onsenoort is na de verkoop in 1903 dikwijls een toevluchtsoord geweest voor vluchtelingen.
Na de verkoop werd het een klooster, maar was meteen een toevluchtsoord voor gevluchte monniken.
De monikken van abdij Sainte Marie du Pont Colbert bij Versailles, moeten zoals dertigduizend andere religieuzen Frankrijk verlaten.
Aanleiding zijn de anti-religieuze wetten van de regering Combe. Men wilde de macht en het gezag van de rooms-katholieke kerk in Frankrijk breken.

Frankrijk is rond die tijd al een republiek en men wil die republiek verstevigen. Gelovige katholieken zijn dikwjls koninsggezinden, dus rooms katholieken worden als anti-republikeisn gezien.

In 1903 wordt de conservatieve Paus Pius X gekozen, dat verstoort de toch al gespannen verhouding tussen staat en kerk nog meer en Combe verdrijft de religieuzen uit hun kloosters in de verwachting dat zo de rooms-katholieke kerk verzwakt wordt.

Abt Paul Maréchal van de abdij bij Versailles, gaat op zoek naar en nieuw onderkomen voor zijn monniken en koopt het kasteel Onsenoort in Nieuwkuijk.
Abt Maréchal is hoofd van een contemplatief convent, een beschouwende orde.
De kloostergemeenschap is zelfvoorzienend en geheel naar binnen gericht, met een strak dagritme en landarbeid.

Vanuit Frankrijk, tijdelijk in Marteau-Feuillon in België verhuist de kloostergemeenschap in 1904 naar Nieuwkuijk.

Het kasteel van Jonkheer de la Cour wordt hen klooster.

Het kasteel wordt met een muur afgescheiden van de wereld omdat de kloostergemeenschap in stilte een beschouwend en biddend leven wilde leiden.
De monniken konden zich in Nieuwkuijk vestigen met toestemming van de pastoor en de bisschop, maar ze beschouwden hen verblijf als een tijdelijke verbanning.

Direct na de eerste wereldoorlog gingen ze terug naar Frankrijk en alleen de monnikken die niet terug konden gaan,  bleven.
Maar dat waren slechts drie monniken.

Tijdens de Eerste Wereld Oorlog biedt het klooster onderdak aan Belgische vluchtelingen. Belgische vluchtelingen gezinnen met kinderen. Naast monniken, die bij voorkeur in stilte willen leven geeft dat spanningen de de abt wil de vluchtelingen kwijt, ze vertrekken naar een grootschalige opvang in Uden.

Na het vertrek van het klooster naar Frankrijk is Nieuwkuijk geen abdij meer, het wordt een priorij met de naam “Onze Lieve Vrouwe van Onsenoort”.

Er ontstaan plannen om uit te breiden, het nieuwe plan omvat een kapel, een kapittelzaal, refter en ziekenzaal met verblijfsruimten voor broeders en paters.
Het kasteel wordt afgebroken voor de nieuwbouw.

De kloostergemeenschap ontwikkelde zich verder en werd groter en in 1936 werd de naam Mariënkroon aangenomen.
Na eeuwen was er weer een Abdij Mariënkroon binnen de grenzen van de huidige gemeente Heusden.